De printer kan afdrukken op losse vellen, kettingpapier,
doorslagpapier en etiketten.
Let op:
Gebruik geen papier met vouwen, kreukels, scheuren, vlekken of
stempels, of papier dat gekruld is. Gebruik altijd nieuw, schoon
papier dat voldoet aan de papierspecificaties. Zie
Papier
op
pagina 134 voor meer informatie.
De printer kan overweg met diverse papiersoorten en heeft
daarvoor twee papierbronnen: de papiergeleider en een speciaal
invoermechanisme. De keuze van de papierbron hangt af van de
papiersoort die u gebruikt. U selecteert de papierbron met de
ontgrendelhendel. Zie
Printeronderdelen
op pagina 129 voor
meer informatie.